Informatie ontleend aan een bezoek aan Bapak Henny Kaseran, op 24 februari 2019
Bapak Henny Kaseran is meervoudig beoefenaar van cultureel erfgoed. Hij danst traditionele Javaanse dansen; hij vlecht (met bamboe) manden en de Jarans (paarden) voor de Jaran Kepang; hij maakt en bespeelt gamelan instrumenten en hij weet veel over Javaanse tradities. Door het Tropenmuseum is hij gevraagd om een kempli (klein gamelaninstrument dat gebruikt wordt bij de Jaran Kepang) en twee Jarans te maken voor de tentoonstelling ‘Sabi Suriname’.
Ik heb om een onderhoud met Henny Kaseran gevraagd omdat ik mij door hem wil laten informeren over de ontwikkelingen in Suriname. Dit omdat in Nederland het voornemen bestaat om de Surinaams Javaanse gamelan voor te dragen voor de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland en de info als achtergrond belangrijk is.
De informatie die Pak Kaseran gaf, heeft mij doen beseffen dat de gamelan in Suriname, veel urgenter dan in Nederland, in een staat verkeert van ernstig bedreigd erfgoed. Volgens Pak Henny, zijn er geen gamelangroepen meer in Nickerie en Saramacca. In Saramacca is er een set van instrumenten, maar er zijn geen spelers. In Commewijne is er een gezelschap op Jagtlust, specifiek voor Jaran Kepang. Op Mariënburg is een set instrumenten aanwezig, maar er is niemand die ze kan bespelen. Op hem is een beroep gedaan om daar les te geven. Op Tamanredjo is er wel een groep, voornamelijk gelegenheidsspelers die al op leeftijd zijn. Op Blauwgrond, is zijn gamelangezelschap Bangun Wirama actief. Tenslotte is er een groep in Desa, op Lelydorp.
Houden wij deze info tegen het licht van de cijfers in R. Harrie Djojowikromo’s publicatie ‘Het ontstaan van de Javaans-Surinaamse gamelaninstrumenten en -cultuur, Zoetermeer, juli 2011’, dan is er anno 2019 zeer weinig, bijna niets meer over van de gamelanbedrijvigheid in Suriname. Het globale beeld dat Harrie schetst vanaf 1914, ziet er als volgt uit:
1914-1918: 4-6 ensembles, op plantage Zoelen tot Wederzorg en Johan Margaretha
1918-1930: 15-20 ensembles op meerdere plantages in het district Commewijne
1930-1960: circa 90 – 95 ensembles, nagenoeg op alle plantages in Commewijne, Moengo, Paramaribo, Clevia, Kwatta, Leiding, districten Suriname, Saramacca, Coronie en Nickerie.
1960-1980: circa 50-60 ensembles, min of meer op dezelfde plaatsen. Er is een afnemende trend.
1980-1990: 12 actieve ensembles en 4 op afroep: op Meerzorg, Moengo, Tamanredjo, Lelydorp, Saramacca, Blauwgrond, Mariënburg, Nickerie, Domburg en Dijkveld.
1990-2002: 8 actieve ensembles en 4 op afroep, plaatsen idem als voorgaande periode
2002-2008: 8 actieve gamelanensembles, plaatsen als in 1980-1990.
Hoewel de info over de vroegste periode van 1914-1960 gebaseerd is op herinneringen van personen met wie Harrie Djojowikromo gesproken heeft en niet op vastgelegde bronnen, mogen wij aannemen dat de info een, bij beleving, representatief beeld geeft. Eind jaren 50, beginjaren 60 was Harrie oud genoeg om zijn waarnemingen te noteren en te verifiëren en het beeld dat hij schetst vanaf 1960 mogen wij als accuraat beschouwen.
Gaan wij af op de info van Henny Kaseran, dan zijn er momenteel slechts enkele, op de tien vingers te tellen, actieve groepen in Suriname op een totale populatie van ca. 75.000 Javanen. Tijdens een consultatie met gamelangroepen op 9 december 2018 heeft STICHJI genoteerd dat in Nederland 8 gamelangroepen actief zijn: in Delfzijl (1), Hoogezand (1), Amsterdam (2), Rotterdam (2) en Den Haag (2). Onder de populatie van ca. 22.000 personen van Javaans-Surinaamse afkomst in Nederland (CBS 2011) zijn er dus meer gamelangroepen in Nederland actief dan in Suriname.
Pak Henny Kaseran is volgens zijn zeggen, in Suriname de enige maker van gamelaninstrumenten. In Nederland zijn volgens nog onbevestigde bronnen twee personen die de kennis en vaardigheden hebben om de instrumenten te maken. Of ze daadwerkelijk instrumenten hebben gemaakt en nog maken moet ik gaan uitzoeken.
Conclusie: In zowel Suriname als in Nederland dreigt de gamelan van Surinaamse Javanen verloren te gaan. In Suriname is het ernstig bedreigd erfgoed. In Nederland is de dreiging ernstig genoeg om het als bedreigd levend erfgoed aan te merken. Met het verloren gaan van de gamelan, gaan andere kunstvormen verloren : zonder gamelan geen wayang kulit (schimmen poppenspel); zonder gamelan geen traditionele dansen, zonder gamelan geen ludruk (volkstoneel), zonder gamelan geen jaran kepang (paardendans), zonder gamelan geen tembang parikan (dichtvorm)…enz.
Ik heb veel van Pak Kaseran gehoord, maar dit volstaat om de alarmbellen te luiden.
Hariëtte Mingoen