
Ter gelegenheid van 127 jaar Javaanse Immigratie organiseren wij op 21 oktober 2017 een bijeenkomst waarin het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Javaanse Surinamers in Nederland centraal zal staan.
Wij gaan heel graag met u in gesprek over de vraag of wij, als gemeenschap van Javaanse Surinamers, bereid zijn om elementen van ons cultureel erfgoed voor te dragen voor opname op de Nationale (Nederlandse) Inventaris van Immaterieel Erfgoed. Waarom willen wij dit doen?
Aanleiding voor dit initiatief is het UNESCO Verdrag ter Bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed (Safeguarding the Intangible Cultural Heritage), dat door Nederland in 2012 is geratificeerd. Het Verdrag is in 2003 door lidstaten van de Verenigde Naties aangenomen en sindsdien hebben meer dan 174 landen (stand 12 mei 2017) het Verdrag geratificeerd, waaronder Nederland. Ook Suriname heeft onlangs besloten het Verdrag te zullen ratificeren.
Onder immaterieel erfgoed wordt verstaan de praktijken, voorstellingen, uitdrukkingen, kennis en vaardigheden, met inbegrip van de bijbehorende instrumenten, voorwerpen, artefacten en culturele ruimtes, die gemeenschappen, groepen en in sommige gevallen individuen, erkennen als deel van hun cultureel erfgoed. Een wezenlijk kenmerk is dat dit erfgoed wordt overgedragen van generatie op generatie en van persoon op persoon. Het behoort tot de basis van een gemeenschap en is belangrijk voor een gemeenschappelijke identiteit. Immaterieel erfgoed is ‘dynamisch, levend erfgoed’. Het wordt voortdurend opnieuw gecreëerd. Mensen -individuen en groepen- geven steeds opnieuw betekenis aan de natuurlijke omgeving en aan de materie die voorgaande generaties aan hen hebben overgedragen.
Landen die het verdrag ondertekenen, zeggen toe het immaterieel erfgoed op hun grondgebied te inventariseren in samenwerking met de gemeenschappen en organisaties. Zij committeren zich aan de verplichting om het erfgoed met passende maatregelen te beschermen.
In Nederland is het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland aangewezen om het UNESCO Verdrag uit te voeren. Het samenstellen van een inventaris van Immaterieel erfgoed is één van de eerste acties van dit Centrum. De oproepen van dit Centrum hebben tot resultaat dat op dit moment 195 tradities geregistreerd staan op de inventarislijst (stand juni 2017). Interessant om te vermelden is dat 5 van de 195 tradities een link hebben met Suriname, met name met het Afro-Surinaams en Marron Cultureel Erfgoed. Deze zijn: 1. Kopro beki; 2. Anansi verteltraditie; 3. Afro-Surinaamse aflegverenigingen; 4. Angisa binden en koto maken en 5. de Marroncultuur. Een andere bekende traditie is de Indische rijsttafel. Ook de Nederlandse Antillen zijn vertegenwoordigd met de Kaha di orgel en Tambu. De overige tradities zijn autochtone Nederlandse (streek) tradities.
Op 21 oktober nodigen wij twee sprekers uit. Pieter van Rooy, Adviseur Erfgoedzorg, Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland, zal in algemene zin het Verdrag toelichten, en ons informeren over de Nationale Inventaris en de procedure en voorwaarden voor aanmelding. Myrna Wezel van Stichting SPLIKA, deelt met ons de ervaring van de Antilliaanse gemeenschap bij het voordragen van hun tradities en de aandachtspunten/knelpunten welke zij tijdens het proces tegenkwamen.
Na deze sprekers gaan wij graag met u in gesprek over het volgende:
1. Vind u dat onze tradities moeten worden aangemeld voor opname in de Nationale Inventaris?
2. Zo ja, welke tradities komen daarvoor in aanmerking?
3. Welke concrete stappen nemen wij?
De bijeenkomst vindt plaats in Zalencentrum Sunrise in Rotterdam, van 14.00 – 19.30 uur (inloop 13.00 uur). De consultatie wordt afgewisseld met culturele presentaties en eindigt met een gezamenlijke maaltijd.
Datum: 21 oktober 2017
Locatie: Zalencentrum Sunrise
Tijd: 14.00 – 21.00 uur (Inloop: 13.00 uur)
Let op! Aanmelden is vereist. Dit kan tot uiterlijk 5 oktober 2017
Aanmelden via stichji.nl@gmail.com