9 Augustus 1890-2021


9 AUGUSTUS 1890-2021 # HERDENKING 131-JAAR GESCHIEDENIS VAN DE JAVAANSE SURINAMERS - MONUMENT IN SINT-MICHIELSGESTEL

‘OMDAT ZIJ MEER ZIJN DAN EEN NUMMER’

is de titel van het boekje (zie foto) dat Hariëtte Mingoen en Nurman Pasaribu op 5 augustus 2021, meenamen naar de gemeente Sint-Michielsgestel waar zij een gesprek hadden met de heren Eric van der Dungen, wethouder voor Beheer en Onderhoud en Openbare werken en Erik ter Heide, coördinator begraafplaatsen.
Het was een uiterst aangenaam gesprek over de bijzondere plaats van de gemeente Sint-Michielsgestel in de geschiedenis van de Javaanse Surinamers in Nederland.

Wat Sint-Michielsgestel zo bijzonder maakt, staat in het Voorwoord van het boekje:   

Tussen de mensen die vlak vóór en kort na de onafhankelijkheid uit Suriname naar Nederland emigreerden, bevonden zich ook Javanen. Op zich was dat niet bijzonder, ware het niet dat politicus Salam Somohardjo de verantwoordelijkheid van Nederland opeiste voor het lot van de Javanen. Zijn pleidooi gold vooral de generatie Javanen die door toedoen van Nederland uit Nederlands- Indië naar Suriname werd overgebracht om daar onder contract te werken op de plantages. Somohardjo dreigde naar Nederland te komen met de ouderen, wat ook gebeurde. Een maand voor de onafhankelijkheid van Suriname landde op Schiphol een gecharterd vliegtuig met ca. 350 personen, meer dan de helft senioren, onder leiding van politicus Dasiman.

Deze ouderen waren in de veronderstelling dat ze niet in Nederland zouden blijven maar de reis terug naar Java zouden maken. Daar hadden de Javaanse politici op gezinspeeld. Tegen wil en dank bleven zij in Sint-Michielsgestel waar zij werden opgevangen in het voormalige seminarie ‘Beekvliet’. De opvang duurde enkele jaren. Tussen de gemeente Sint-Michielsgestel en de rijksoverheid werd veel over hen gecommuniceerd. Het ging vooral om de vraag hoe het verder moest met hun huisvesting en zorg. Het oude seminarie was geschikt voor tijdelijke huisvesting. Er waren zorgen over de brandveiligheid. Ook waren er zorgen over de gevolgen voor de volksgezondheid. In 1984 brak er een grote brand uit en meer dan 45 ouderen moesten tijdelijk ergens anders worden ondergebracht. De schrik zat er behoorlijk in, ook omdat een dodelijke slachtoffer was gevallen. Hierop volgden acties. De ouderen gingen naar Den Haag om een petitie aan te bieden aan de toenmalige minister van Volksgezondheid en Welzijn. Na lang over en weer gesteggel tussen de gemeente Sint-Michielsgestel en de rijksoverheid werd het besluit genomen om een bejaardenoord voor de ouderen te bouwen. Pas in februari 1988, ruim dertien jaar na hun komst in Nederland, konden de bewoners van ’Oud Beekvliet’ eindelijk verhuizen naar hun zo lang gewenste onderkomen ‘Nieuw Beekvliet’.

Veel van de ouderen hebben de nieuwbouw niet overleefd. Zij overleden kort na hun aankomst in Sint-Michielsgestel en zijn ook hier begraven. Na hen volgden vele anderen die wel het geluk hadden om in het bejaardenoord te genieten van hun oude dag.

‘Nieuw Beekvliet’ is inmiddels geschiedenis. In 2016 werd bekend gemaakt dat het woon-en zorgcentrum verhuist naar Boxtel, waar het door zal gaan als het ‘Wereldhuis’. De verhuizing vond echt plaats in 2017. En zo werd een bladzij in de geschiedenis van Javaanse-Surinamers in Nederland omgeslagen. Het betekent tevens het einde van het verhaal van de opgevangen ouderen in het land dat ooit verantwoordelijk was voor hun reis naar een andere deel van de wereld waar zij een betere toekomst hoopten te vinden. Een bewogen geschiedenis die niet mag worden vergeten.

Als gevolg van deze ontwikkelingen in de geschiedenis zijn nergens anders in Nederland, behalve in Sint-Michielsgestel, een groot aantal Javanen van de generatie contractarbeiders, begraven. In totaal 50 zichtbaar aanwezig door de houten markeringen en monumenten die door de familie zijn aangebracht en ca. 27 wier graven in de loop der tijd zijn opgeruimd.

Het is onze plicht om hen te herdenken en hen de eer te geven die hen toekomt.

 

In Nederland is weinig tot niets bekend over de geschiedenis van de contractarbeiders die in Sint-Michielsgestel begraven zijn. Ook onder de Javaanse Surinamers zijn slechts de ingewijden die dat weten.

Met de gegevens en de foto’s uit de database ‘Contractarbeiders uit Java’, van het Nationaal Archief, hebben Hariëtte en Nurman de doden een gezicht gegeven. Zij hebben in de afgelopen maanden hard gewerkt om precies te achterhalen wie contractarbeider was en wie niet. Dit is van belang om aan te tonen dat de begraafplaats aan de Nieuwstraat, vanwege de contractarbeiders die daar begraven zijn, een link heeft met de koloniale geschiedenis van Nederland. Wij hebben bepleit om de begraafplaats te behandelen als funerair erfgoed met een bijzondere geschiedenis.

Om het directe verband met de koloniale geschiedenis zichtbaar te maken in het publieke domein, is ook gevraagd of de gemeente kan instemmen met een monument dat recht doet aan zowel de geschiedenis van de Javanen in Sint Michielsgestel, als de geschiedenis van de contractarbeid.

De wethouder reageerde positief op het verzoek. Afgesproken is dat een ontwerp wordt gemaakt en in overleg zal een plek voor het monument worden aangewezen. De gemeente onderkent de emotionele en historische waarde van de begraafplaats en verleent graag medewerking om de begraafplaats een facelift te geven, door bijvoorbeeld de vervallen naamborden te herstellen en de markeringen beter aan te geven. Dhr. ter Heide die voor het vervolg de contactpersoon zal zijn, wil graag spoedig een gesprek, bij voorkeur ook met familie van de overledenen, om het onderhoud van de graven te bespreken. Schoonmaak en onderhoud is noodzakelijk als de Javaanse gemeenschap in Nederland voor de begraafplaats de status van bijzonder funerair erfgoed wensen. De daad moet het woord volgen, bij het herdenken en gedenken van onze geschiedenis die begonnen is met de contractarbeid.

De inzet van Nurman Pasaribu en de Sambatangroep is ook aan de orde gekomen. Deze Sambatangroep heeft al jaren de begraafplaats vrijwillig schoongemaakt. De groep ziet echter graag meer betrokkenheid van de familie van de overledenen.

Bij de herdenking van 131- jaar Javaans-Surinaamse geschiedenis is bereikt dat de gemeente Sint-Michielsgestel bewust is geworden van de speciale betekenis van de begraafplaats. Wethouders en ambtenaren komen en gaan. Het is daarom goed dat de brief waarin het verzoek is gedaan voor een onderhoud, evenals het boekje en een gespreksnotitie, in de archieven van de gemeente worden bewaard. Zo wordt vastgelegd dat de begraafplaats een plek is met een bijzondere geschiedenis. Daarmee is het behoud gegarandeerd.

Rest ons als gemeenschap te werken aan de realisatie van het monument om in deze vorm ervoor te zorgen dat de geschiedenis en de sporen van de Javanen in Nederland, in het bijzonder in Sint-Michielsgestel, niet verloren gaan.

Hariëtte Mingoen, voorzitter STICHJI